Bij softwareontwikkeling hoeft uw code niet altijd in één proces te draaien. U kunt een back-end dienst hebben die in een apart proces draait, of zelfs verschillende onafhankelijke diensten. In zulke scenario's is het handig om enige isolatie tussen hen te hebben, zodat verschillende diensten geen toegang hebben tot elkaars gegevens. Dit is waar het concept van compartimentering om de hoek komt kijken. In dit artikel bespreken we hoe je compartimentering in je project kunt implementeren met behulp van een speciale programmeertaal, Structural Programming (SP) genaamd. Hoewel er veel programmeertalen beschikbaar zijn waarmee je bepaalde logica en algoritmen kunt implementeren, volgen ze allemaal verschillende principes en paradigma's als het gaat om hoe je je code organiseert, modulariteit en intentie. Sommige programmeertalen zijn functionele talen die de nadruk leggen op functioneel programmeren door functies te gebruiken als de bouwstenen voor hogere abstractie in plaats van objectgeoriënteerde programmering. Andere zijn imperatief-gebaseerde talen die de nadruk leggen op het achter elkaar zetten van instructies in plaats van het modelleren van abstracties op hogere abstractieniveaus. Een andere groep is gebaseerd op objectgeoriënteerd programmeren, terwijl andere meer functionele stijlen gebruiken, zoals Functional Reactive Programming (FRP) of Asynchronous Functional Programming (AFPS).
Wat is structurele programmering?
SP is een programmeertaal die een zeer speciale syntaxis gebruikt om je code te organiseren in verschillende soorten structuren. Je kunt dezelfde logica voor je code op meerdere plaatsen implementeren, maar je organiseert het op een manier die het mogelijk maakt de intentie uit te drukken, in plaats van instructies uit te voeren. Laten we bijvoorbeeld zeggen dat je de Fibonacci-reeks wilt implementeren in een systeem. Je kunt dit doen door gewoon een variabele te hebben die de vorige waarde van de rij bevat. In de onderstaande code implementeren we een zogenaamde recursieve functie.
Waarom moeten we de compartimentering implementeren?
Net zoals verschillende diensten niet met elkaar mogen communiceren, is het ook belangrijk om code te isoleren. In feite moet code geïsoleerd worden tot het punt waar het geen andere code kan beïnvloeden. Dit wordt de grens van een compartiment genoemd. Stel je hebt een functie die het kwadraat van een getal berekent. Als die functie wordt aangeroepen door een andere functie, dan heeft die andere functie ook toegang tot het getal. Dit is in strijd met de compartimentering, omdat het getal dat in de ene functie hoort te zitten, nu aan een andere functie is blootgesteld. Dit is waar compartimentering om de hoek komt kijken. U moet verschillende functies maken voor verschillende doeleinden, zodat elke functie zijn eigen compartiment heeft, en ze niet blootstelt aan andere functies. Maar op welke hardware moet deze software dan draaien? Neem een kijkje bij paneelbouw Breda. Zij bouwen custom hardware voor jouw specifieke vraag!
Hoe SP implementeren met Breda?
SP structureel programmeren heeft een groot potentieel voor het bouwen van robuuste systemen, maar het komt met een uitdaging van adoptie. Met SP structureel programmeren kunnen teams de kwaliteit van hun code verhogen en een soepeler ontwikkelingsproces hebben. Maar de invoering van SP structureel programmeren gaat gepaard met een grote uitdaging. Die uitdaging is het effectief organiseren en structureren van de code. Breda is een speciale programmeertaal die gebouwd is om deze uitdaging aan te gaan. Met Breda kun je structureel programmeren en compartimenteren in je code. Het mooiste is dat Breda onder de motorkap van je bestaande code werkt, zonder enige wijziging aan de code.